Ga verder naar de inhoud

Communiceer en engageer

Stel dat op een gewone schooldag een ouder, een nieuwe collega of een inspecteur je school binnenwandelt, kan die dan aan eender welke leraar vragen naar het taalbeleid? De bouwsteen 'communiceer en engageer' houdt in dat een school helder communiceert over taalbeleid en dat alle teamleden zich betrokken voelen. Wedden dat ze dan wel een antwoord op de vraag kunnen formuleren?

“Wie is er bij jou op school op de hoogte van het taalbeleid? Wie zou aan een bezoeker op school kunnen uitleggen hoe jullie aan taalbeleid doen?”

“Is bij jou niet iedereen op de hoogte? Wat houdt je tegen om het veranderproces van taalbeleid te delen met alle betrokken partners?”

Wat houdt communiceer en engageer in?

Als je de bouwsteen 'communiceer en engageer' wil laten werken, is het belangrijk om alle (school)partners zoveel mogelijk te betrekken bij het veranderproces. Transparant communiceren en betrokkenheid creëren staan daarbij centraal. Bij het uitrollen van een strategisch taalbeleid zou je kunnen zeggen dat leraren, leerlingen, ouders, het schoolbestuur, werkgroepen, externe partners… in meer of mindere mate betrokken partners zijn.

Misschien is je antwoord wel:

  • De taal die we gebruiken is te academisch voor onze ouders / vaktaalleraren / leerlingen / …, die zullen dat niet begrijpen.
  • Onze collega’s hebben het al druk genoeg, ik ga ze niet ook nog eens belasten met dit verhaal. Ik neem zo veel mogelijk werk uit handen.
  • Ken je Pappenheimers: ik weet nu al hoe die ene collega zal reageren. Ik werk liever samen met enthousiaste mensen.

Toch wil je van in het begin voldoende duidelijkheid scheppen over wat jullie in de school begrijpen onder taalbeleid, waarom jullie dat doen, hoe het proces zal verlopen en wat je focus zal zijn. Uiteindelijk zal je de steun van het hele schoolteam en andere betrokken partners goed kunnen gebruiken, ze participeren dus best van in het begin. Dat wil zeggen dat…

  • … je begrijpelijke taal hanteert en taalbeleid in ‘mensentaal’ uitlegt.
  • … je tijd en ruimte moet creëren voor alle collega’s om met taalbeleid te kunnen bezig zijn, en dat je je doelen haalbaar houdt.
  • … je een coachende rol zal moeten opnemen om alle teamleden met hun eigen uitdagingen en noden te ondersteunen.

Zo doen zij het

In De Mozaïek koppelt directeur Norah haar bevindingen na enkele klasbezoeken terug: “Ik ben blij verrast om te zien hoe creatief jullie allen zijn in het zoeken naar manieren om tegemoet te komen aan de noden van jullie leerlingen.” Maar ze drukt meteen ook haar bezorgdheid uit: de leraren kauwen veel voor, leerlingen lezen zelf niet voldoende. Dat lokt heel wat reacties uit: “Als wij niet voorkauwen, begrijpen de leerlingen het niet, hoor! Ze begrijpen de eenvoudigste woorden niet meer!” en “Ze kunnen het niet meer opbrengen om één alinea aandachtig te lezen” tot “Vroeger was dat allemaal geen probleem, ik gebruik nochtans dezelfde teksten!” Norah luistert naar de bezorgdheden en parafraseert: “Dus als we op zoek gaan naar een manier om de leerlingen zelfstandiger aan het lezen te brengen, zullen we hen voldoende moeten ondersteunen. Hoor ik jullie bezwaar goed?”

Waarom is het belangrijk om te communiceren en te engageren?

Het onderwijs en de leerlingen versterken, kan je niet alleen. Geen enkele taalcoördinator, leraar Nederlands of kernteam taal kan met haar beperkt urenpakket die hele uitdaging aan. Om die reden heb je de steun van alle teamleden nodig.

  • Je wil dat de kernboodschap duidelijk is voor iedereen.
  • Je wil toestemming creëren: niet iedereen moet het eens zijn met alle stappen (consensus), maar iedereen moet de kans krijgen om toestemming (consent) te geven over de doelen en acties, met logische voorwaarden.

Bovendien wil je gehoor geven aan de dagelijkse praktijk van de leraren. Niemand kent de leerlingen en hun noden beter. Als je rekening houdt met hun input, kan je hindernissen onderweg voorkomen.

Communiceren en engageren doe je tot slot om weerstand te voorkomen. Weerstand is elke vorm van aarzeling van een leraar, die het proces van een taalbeleid op een versnelling lager zet. Dat kan verschillende redenen hebben, die je vaak kan samenvatten in 3 uitspraken:

  • “Ik geloof er niet in.” Deze leraren zien de nood om te veranderen niet in, of hebben weinig vertrouwen in de keuze voor de aanpak.
  • “Ik weet niet of ik het kan.” Deze leraren hebben twijfels bij hun eigen competenties, of hebben een laag zelfvertrouwen.
  • “Ik heb hier geen tijd of energie voor.” Deze leraren zien een gebrek aan veerkracht, ervaren dat ze meer op hun bord hebben liggen, dan ze denken zelf aan te kunnen.

Hoe communiceer en engageer je?

Omgaan met weerstand

Je merkt al snel dat elke vorm van weerstand een andere aanpak vraagt.

“Ik geloof er niet in”

Tips voor de aanpak van deze vorm van weerstand:

  • Stel vragen: waarom is de collega niet overtuigd? Houd rekening met de ervaring en visie van elke leraar.
  • Werk misverstanden weg. Misschien had de leraar iets verkeerd begrepen.
  • Beargumenteer met onderzoek. Pas wel op dat je niet in een welles-nietes-debat verzeild geraakt, maar als je merkt dat een collega openstaat voor nieuwe inzichten, helpt het soms om die begrijpelijk uit te leggen.
  • Reik concrete werkvormen of tips aan en stimuleer die alvast te proberen, met de belofte samen te evalueren.

Zo doen zij het

In De Vest twijfelt Becky even nadat taalcoördinator Hilde haar vroeg om deel te nemen aan de opleiding tot taalbeleidsexpert. “Ik?”, vraagt Becky zich af. “Ik kan zelf geen vlotte tekst schrijven." Beschaamd antwoordt ze: “Nee, Hilde. Niets voor mij.” Hilde legt uit dat ze net gemotiveerde mensen nodig heeft die geen taalkrakken zijn. Zij doet al veel in haar lessen, zonder dat ze het beseft. Bovendien heeft Hilde haar nodig om de collega’s van restaurant-keuken mee te krijgen. “Dat kan ik wel!”, glundert Becky en ze neemt haar agenda.

“Ik denk niet dat ik het kan”

Tips voor de aanpak van deze vorm van weerstand:

  • Wees je er bewust van dat het moeilijk – en dus moedig – is toe te geven dat je iets niet kunt. Erken dit.
  • Werk aan een krachtige en veilige leeromgeving voor alle leraren. Het is oké om iets niet te kunnen, we leren het samen.
“Ik heb hier geen tijd of energie voor”

Tips voor de aanpak van deze vorm van weerstand

  • Vraag door, zodat je goed begrijpt waar dit over gaat. Elke leraar heeft het recht de eigen grenzen af te bakenen en energie te besparen.
  • Onderzoek of je doelen haalbaar zijn en pas eventueel de timing aan.
  • Moedig aan om babystapjes te zetten: soms zien leraren taalbeleid als iets ontzettend groots, maar misschien is een kleine ingreep in de klas al een eerste succesverhaal.
  • Blik vooruit naar het einddoel: dit willen we in de komende 2 schooljaren bereiken. Geef leraren de autonomie om hier sneller of trager in te gaan, zolang het einddoel maar bereikt wordt.

Zo doen zij het

In De Vlindertuin vraagt Nadine zich af waarom ze opnieuw aan taalbeleid moeten werken. “Wij werken hier toch al jaren aan?”. Wanneer directeur Inge even bij haar binnenspringt tijdens een speeltijd, geeft Nadine toe dat ze vooral bang is voor het werk dat voor hen ligt. “Ik werk hier al 30 jaar, ik heb al zoveel materiaal ontwikkeld. Moet ik plots alles over een andere boeg gooien?” Inge stelt haar gerust: “We willen inzetten om denkstimulerende vragen te stellen bij boeken en verhalen. Daarvoor hoef je niet veel nieuw materiaal te ontwikkelen. En daarbij, we pakken dit samen aan. We laten je niet in de steek.”

Hoewel je weerstand kan aanpakken, is voorkomen beter dan genezen. Welke werkvormen kan je inzetten voor, tijdens en na het uitrollen van een taalbeleid om alle betrokkenen blijvend te engageren? Dit zijn enkele thema’s waarover je van in het begin duidelijk wil communiceren en die je met inspraak van je team bepaalt:

  • Wat is taalbeleid? Hebben we dezelfde visie over hoe een taalbeleid eruit ziet, wat het wel of niet is, voor wie het bedoeld is en waarover het kan gaan? Zo begrijpt de ene dat taalbeleid gaat over remediëren van kinderen met grote taalnoden, en zal de andere van mening zijn dat taalbeleid er voor álle kinderen is. Of zo zal de ene collega wijzen naar de taalleraren en de andere collega wijzen op een gedeelde verantwoordelijkheid in alle vakken.
  • Waarom taalbeleid? Wat is ons doel, waarom is de nood hoog, waarom wordt er van iedereen verwacht een tandje bij te steken?
  • Hoe loopt het proces? Hoewel het antwoord op die vraag steeds zal veranderen, stippel je van in het begin enkele krachtlijnen van de school uit. Hoe wordt het kernteam samengesteld, op welke momenten verwachten we inspraak, op welke manier zullen de leraren ondersteund worden, … ?
  • Wat is de focus? Taalbeleid is heel breed, een school kiest dus best voor een focus en selecteert een groep leraren die eraan zullen werken. Die focus kan met inspraak van het team bepaald worden, samen met data uit screenings. Communiceer met je team hoe de focus bepaald werd en schets helder dat de andere aspecten van taalbeleid niet minder belangrijk zijn, maar op een later tijdstip of door andere mensen uitgewerkt zal worden. Baken af.

Aan de slag

Hieronder tippen we enkele materialen die kunnen helpen om transparant te communiceren met je team en je team te engageren.

De talenten van je team inzetten

Door de talenten van je team in kaart te brengen, en dat te verbinden aan alles wat er op de school gebeurt, zorg je ervoor dat je…

Efficiënt vergaderen

Een taalbeleid doen werken, dat doen we samen. Dat wil zeggen dat een school regelmatig overleg en samenwerking organiseert. Maar hoe zorg…

Hoe staat je team in het taalbeleidsproces?

Met een reflectie-oefening kan je een beeld krijgen van de gevoelens van je team ten aanzien van een doel of een actie, of het…

Linken met

Als een wiel aan het draaien gaat, draaien de andere wielen mee. Lees hieronder hoe de bouwsteen "communiceer en engageer" invloed heeft op de andere tandwielen.

Effectieve taalpraktijken

Sommige mensen zullen zich sneller engageren voor taalbeleid, dan anderen. Soms heeft de turnleraar, de leraren godsdienst of vakleraren…

Krachtige leeromgeving

Een school die leraren laat participeren in het (taal)beleid, zorgt ervoor dat ze samen kunnen leren. Hoe minder we voorkauwen, hoe meer…

Dynamisch implementatieproces

Wanneer je leraren engageert, verdeel je best vanaf het begin de taken en bespreken we de rollen. Wat is de rol van een kernteam taal, een…